vrijdag 27 juni 2014

Aan luijeren doen wij niet

Grietje vervolgt in haar brief van 23 mei: ”Mijn man is op 18 maart zijn 5 gulden tegemoet komen af genomen om reden dat de visserij zoveel op leverde…. Mijn kinderen, die niet anders weten als de Zuiderzee voor een vak, zijn niet oud genoeg om een cent te trekken. Is dat nu niet treurig. Ik als moeder zijnde heb altijd mijn best gedaan om wat te verdienen om met God en Heere mijn huisgezin in stand te houden. Mijn man doet nog zijn best voor zijn gezin want aan luijeren doet hij niet mee. Maar de toestand is nu bedenkelijk. …. Mijn man trek niet mijn kinderen niet en hoe staat het nu met mij. Afwachtend Antwoord. De Vrouw Grietje de Vries”.

woensdag 25 juni 2014

Wat een toestand

Het antwoord komt Grietje niet snel genoeg naar haar zin, dus klimt ze 23 mei weer in de pen om te vragen hoe ver het staat met haar aanvraag.
“Ik wil u vriendelijk vragen of mijn formulier nog is weggestuurd en of u dat heeft ontvangen. Op 28 maart werd mij, Grietje de Vries een formulier toegezonden om dat dadelijk in te vullen. ….Wel een aardige toestand dat hier af speelt. Van het Sikaterie (secretarie-red) van Urk een formulier toe te zenden, nauwkeurig in vullen en nu ele maal geen antwoord.”

dinsdag 17 juni 2014

Van alles is er niets


Grietje laat zich echter niet uit het veld slaan en stuurt in maart 1933 een volgende formulier op met meer informatie. Zij meent als belanghebbende te worden gelijkgesteld omdat “ik altijd mijn best gedaan heb omdat mijn man vissersknecht is”. Zij werkte voorheen bij de Firma Bakker en Gersen als garnalenpelster, ansjoviskopper en haring speetster (haringen rijgen aan een dunne staaf ten behoeve van de rokerij – red.). Maar die werkzaamheden zijn gestopt omdat er “van alles niets is”.

donderdag 12 juni 2014

In armoed gevallen


Grietje wordt gevraagd een formulier in te vullen, en dat doet zij dan ook in december 1932, omdat zij sinds de dijk was gelegd aan inkomsten achteruit is gegaan.
”Wanneer de dijk niet was gelegt zou ik nooit in zoon armoed zijn gevallen als nu”.
Maar op 15 maart 1933 krijgt ze antwoord terug dat zij geen “belanghebbende is in de zin van art. 1 van de Zuiderzeesteunwet” daar haar man nog in leven is en hij al een tegemoetkoming krijgt.

dinsdag 10 juni 2014

De luiaard wordt voorgetrokken


Grietje is nog niet klaar met van leer trekken. “En daar kunne gezinnen van de luije vrouwen de meeste steun van het Rokin(adres in Amsterdam waar de Rijksdienst ter uitvoering van de Zuiderzeesteunwet zat – red.) genieten. Is dat niet treurig dat de vlijtigste ouders geen steun nog toegekent word. Mijn heeren neem dat ers in oogebeschouw dat de luiaard voorgetrokken word. In afwachting, G. de Vries

vrijdag 6 juni 2014

Grietje de Vries

We stellen aan u voor: Grietje de Vries, geboren 2 oktober 1874 op Urk, garnalenpelster van beroep en getrouwd. Op het moment dat zij steun aanvraagt, is zij 58 jaren oud en hebben zij en haar man Steven 5 kinderen: Juri van 30, Jacob van 21, Evert van 19, Ida van 16 en Tiemen van 14.
De eerste brief waarin zij steun aanvraagt, willen wij u niet onthouden. Op 16 november 1932 schrijft zij:
Het is in mijn gezin treurig gesteld wegens het garnalen pellen haring speeten, ansjovis inleggen. Alles heb ik met mijn kinderen verricht om nooit iemand lastig te vallen. Het werk is tegenwoordig voor ons moeders afgelopen. Wij kunnen niets meer verdienen. Daar hier vele moeders hetzelfde werk hebben verricht en er zijn er ook die er te lui en te beroert voor waren…

dinsdag 3 juni 2014

Iets is beter dan niets

Op 27 december 1937 vraagt hij in ieder geval verlenging aan van de tegemoetkoming in de kosten voor 1 jaar, ingaande op 1 januari 1938. We lezen echter op het formulier dat hij uiteindelijk waarschijnlijk maar 5 gulden kreeg voor een consumptie i.p.v de f 40,- waarom hij vroeg.
Verder f10,- ‘donnateursgelden’, f 10,- voor leermiddelen en f15,- voor het gebruik van een rijwiel. Geen vetpot. Maar iets is beter dan niets.
Tot zover de lotgevallen van van der Poel, volgende keer beginnen we met een ander!