donderdag 27 december 2012

Wat vooraf ging (4) - Proefbatch

Met digitaliseerder GMS is vervolgens gesproken over de bestandsnaamgeving in verband
met de productie van de barcodevellen. De IT-specialist van GMS heeft de beschrijvingen van de dossiers omgezet en bestanden gemaakt met barcodes. Deze bestanden zouden aanvankelijk door Nieuw Land gehaald kunnen worden van de ftp-server van GMS maar dat is niet gelukt.
Daarom hebben we op 17 december j.l., bij de post een usb-stick gekregen met de barcodevellen. Hiermee kunnen we de Proefbatch(van 2.000 vellen, ca. drie archiefdozen, ca. 20-30 cm) binnenkort gaan uitvoeren!

Archieven toegankelijk maken = aanpoten!

maandag 24 december 2012

Wat vooraf ging (3) - ISIL code

In het startgesprek is een ISIL-code* vastgesteld die door Henny van Schie is vastgelegd voor Nieuw Land als NL-LIsNLE. Hierbij is rekening gehouden met de officiële naam van Nieuw Land (Nieuw Land Erfgoedcentrum). Afgesproken is barcodes te gebruiken bij de digitalisering. Deze worden mee gedigitaliseerd.

De toekenning van de ISIL-code en de afspraken omtrent het benoemen van subdossiers
(bestandsnaamgeving) hebben ertoe geleid dat meer tijd ingeruimd moest worden voor het toegankelijk maken van de dossiers. Bij het eerdere ompakken is gebleken dat veel dossiers subdossiers hebben die elk van een aparte voorloopcode moeten worden voorzien. In de praktijk betekent dit dat de beschrijvingen van ruim 4.000 dossiers uitgebreid moesten worden op het niveau van de subdossiers. Deze uitbreiding zal na digitalisering zichtbaar zijn in de directory-structuur.
De Visscherij-Courant laten we meteen ook maar digitaliseren!

* ISIL staat voor 'International Standard Identifier for Libraries and Related Organizations'. Het doel van de code is om een eenduidige, duurzame, internationale identificator te creëren voor bibliotheken en aanverwante organisaties.

donderdag 20 december 2012

Wat vooraf ging (2) - Startproject


Op 27 februari vond in Lelystad het Startgesprek plaats. Bij het startgesprek waren aanwezig: Henni van Beek (beeldkwaliteit, adviseur Nationaal Archief), Foekje Boersma (coördinator Uitvoering Metamorfoze ABC; verslag); Pieter Buitendijk (projectleider GMS), Wouter ten Have (Nieuw Land), Andrea Langendoen (Projectcoördinator Metamorfoze), Willy van der Most (Nieuw Land, Projectleider Metamorfoze) en Hans van Rijn (e-depot, adviseur Nationaal Archief).

Bij het Startgesprek is onder meer gekeken naar de wijze waarop het archief al toegankelijk was en zijn de MMABC lijsten* met instructies voor GMS en inventarisatieformulier conservering nagelopen.
Het definitieve verslag van het startgesprek is opgesteld door Foekje Boersma en toegezonden aan de deelnemers op 22 maart 2012. Dit verslag is ondertekend retour gezonden naar Foekje Boersma.

We hebben nog een lange weg te gaan...

* Lijsten die horen bij het Metamorfoze (MM) Handboek ABC.

dinsdag 18 december 2012

Wat vooraf ging (1) - Goedkeuring project en voorbereiding

In december 2011 werd door het Bureau Metamorfoze besloten om 40 meter van het archief van de Rijksdienst ter Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet te digitaliseren. Het totale archief is 150 meter groot en bestaat voornamelijk uit dossiers van ‘belanghebbenden': zij die werkzaam waren in de Zuiderzeevisserij of in een van de nevenbedrijven van de Zuiderzeevisserij.

Eerst hebben we vastgesteld dat er per strekkende meter archief zo’n 8.500 scans gemaakt moeten worden. Dat is erg veel en dat komt doordat de blaadjes in het archief erg dun zijn; van die doorslagen bijvoorbeeld. Toen zijn we de archiefdozen gaan ompakken en hebben we de dossiers ontniet en herverpakt in zuurvrije omslagen en dozen. Paperclips zijn verwijderd en alle dossiers zijn in archiefdozen op nummer geplaatst in de goedgekeurde archiefbewaarplaats. Het op nummer wegzetten was meteen een mooie controle op de aanwezigheid van alle dossiers!
Ter voorbereiding van de digitalisering zijn de dossiers opnieuw toegankelijk gemaakt en nagelopen op gekrulde bladzijden en het gladstrijken van bladzijden. Met Japanse tape zijn kleine restauraties uitgevoerd.

Halverwege het ompakken van het archief hebben we dit gevierd met Urker zalm!

vrijdag 7 december 2012

Smullen en smikkelen aan boord (niet echt)

Om te eten aan boord met vier man bemanning nam je mee: meel, rijst en roggebrood, maar van het roggebrood nam je niet te veel mee want dat beschimmelde toch. Dan nog een zak aardappelen en een vaatje boter van dertig pond, een ronde gele kaas en brood. Koffie bracht je op kleur met chichorei. Melk gebruikte je niet aan boord, want dat was niet goed te houden. En een borreltje was er ook niet aan boord!
Met de genoemde ingrediënten werden vooral gemaakt: meelkost en/of rijst met gebakken vis en aardappels. Een gerecht was bijvoorbeeld Schokkertroet: meel in de kom, een beetje zout erbij, kokend water er langzaam bijgieten en dan roeren totdat het geheel gebonden was tot stijf deeg. In het midden maakte je een kuiltje voor de stroop en boter. Troet werd echter niet veel gegeten omdat men het nogal armoedig vond. En het was meteen koud, terwijl rijstgerechten lekker warm bleven.
Een zoodje bestond uit aardappelen en Zuiderzeevis van het seizoen (scholletjes, botjes, aaltjes, knorhanen, puitaaltjes en spieringen), lekker bij elkaar in één pan en het liefste in (zoet) regenwater gekookt, niet in zeewater, want dat werd te zout, met een grote klont boter en heerlijke mosterd.

Op de foto: Jaap Kwakman, links en Albert Koning op de VD 67, een zoodje nuttigend.

woensdag 5 december 2012

Van hout naar ijzer en weer terug naar hout…

Van 1911 tot 1913 bestelden tien Volendammers een ijzeren schip bij de Werf Vooruit in Enkhuizen. De bouwtijd van zo’n ijzeren schip betrof ongeveer 2,5 tot drie maanden. Maar omdat de Volendammer vissers niet erg goed konden wennen aan het ijzer werden ze praktisch allemaal na korte tijd weer naar elders verkocht. Eén reden was dat de vissers de schepen niet vonden ogen, ze keken liever naar hout. Toch waren het fantastische zeeschepen die heel veel wind konden hebben, soms zo veel dat het zeil bijna van de mast afwaaide. En wat erg prettig werd gevonden: als je omlaag zat dan deed je het deurtje dicht en dan was het net alsof je in een hotel zat. Dat had je niet met die oude houten botters, dan moest je pompen of verzuipen!

Op de foto de ijzeren kleine botter VD 2 van Jan Tol.

maandag 3 december 2012

Het aas voor de botvisserij

Al eerder hebben we gelezen dat gekookte garnaal diende als aas. Je kocht een mand garnalen van zo’n 50 pond, het liefst grote garnalen want je had ook grote haken.
Tot je ze nodig had bewaarde je ze in ‘karen’ (kisten met gaatjes) met je nummer erop buiten de haven, zodat ze levend bleven. Een oudere man die met een bootje hand- en spandiensten verrichtte voor de vissers zorgde ervoor dat de karen om 4 uur ’s morgens werden opgehaald en bezorgd bij de botters. Hij hing de kisten achter de botters en wekte de vissers.
De garnalen werden gekookt boven een open vuur in koperen ketels die door een koperslager in Edam waren gemaakt. Later kwamen ijzeren wasketels in gebruik. Aanvankelijk kookte men de garnalen in gewoon havenwater. Later werd ontdekt dat met zout gekookte garnalen het veel beter deden bij de vissen! Een kom of tien zout moest je bij het water doen dan ving je veel meer.

Op de foto zo’n oudere visser die de ‘karen’ bij de botters brengt.